Tussen de dorre vlaktes van Granada ligt Alcudia de Guadix, een dorp dat z’n eigen microklimaat heeft. Vochtig, groen en verrassend fris. Hier groeien bomen waar je elders alleen stof vindt, en de bergen tikken moeiteloos de 2000 meter aan. Samen met Exfiliana en Charches vormt Alcudia de Guadix de gemeente Valle de Zalabí. Het […]
IN HET NIEUWS UIT ANDALUSIË VIND JE ALTIJD IETS INTERESSANTS EN SPANNENDS OM TE LEZEN!

Culinair Andalusië – eten en drinken

Wie in de Costa del Sol neerploft en honger krijgt, merkt al snel dat veel restaurants hun menukaart vooral afstemmen op toeristen. Pizza’s, schnitzels en Engelse ontbijtjes voeren de boventoon. De kans dat je een smakeloze paella treft is groot. Culinair Andalusië: wie écht Andalusisch wil eten, schuift beter aan bij de plekken waar de locals zelf gaan zitten. Geen designstoelen of romantisch licht, maar plastic borden, kale muren en fel TL-licht. Juist daar staan de pannen met het beste eten te pruttelen.
Lunch is koning
In Andalusië draait alles om de lunch. Tussen half twee en vier uur zit men uitgebreid aan tafel. Soep of salade als start, vlees of vis als stevig hoofdgerecht, daarna fruit, taart of flan als toetje. Het avondeten? Dat volgt pas laat, vaak na negenen, en lijkt qua opbouw sterk op de lunch.
Restaurants en menu’s
In de steden vind je stijlvolle restaurants die ingedeeld zijn met vorkjes, net zoals hotels sterren hebben. Handig om te weten: die indeling zegt weinig over de kwaliteit van het eten. Een chique vijfvorker kan dus tegenvallen. Voor de beste prijs-kwaliteit kies je vaak voor een dagmenu. Het menu del día is betaalbaar, vullend en meestal inclusief een drankje. Denk aan een glas huiswijn, van zoet Málaga rood tot frisse wijnen uit Ronda. Andalusië zelf blinkt niet uit in topwijnen, maar sherry en manzanilla zijn er wél groot.
Wat staat er op tafel?
Gazpacho Andaluz is dé zomersoep: koud, fris en gemaakt van tomaat, paprika, komkommer en olijfolie. Geen laffe waterige soep, maar een volle smaakbom. Net zo klassiek is de tortilla español, een dikke aardappelomelet die als maaltijd of tapa wordt gegeten.
En dan de paella. In toeristenzones vaak een teleurstelling, maar in de betere eethuisjes soms een daggerecht waarvoor je geduld moet hebben. Alleen vers klaargemaakt, met saffraan, zeevruchten en groente, komt hij tot zijn recht.
Seizoenen en streek
De Andalusische keuken kookt met wat er voorhanden is. In aspergetijd eet je groene asperges, in Córdoba en Granada gaat het meer om stoofgerechten zoals rabo de toro, een ragout van ossenstaart. Aan de kust moet je opletten: verse vis is niet overal vanzelfsprekend. De meeste kans heb je nog in de vissersplaatsen van de Costa de la Luz en in de visrestaurants van Málaga, Cádiz of Sanlúcar.
Ham uit de bergen
In de Alpujarras draait het om jamón serrano. Grote hammen hangen daar maanden, soms jaren, te drogen. In cafés worden ze ter plekke aangesneden, vaak vanuit een houten klem. Deze berg-ham is beroemd in heel Spanje en wordt alleen overtroffen door de nog exclusievere Pata Negra uit Huelva.
Misschien boeien deze berichten u ook?
Vanaf de Paseo de la Catedral in Guadix, provincie Granada, wandel je zo omhoog via de straat San Miguel. Een paar charmante zijstraatjes verder – Arco Mensafíes of Real de Santo Domingo – kom je uit bij het Mirador de la Magdalena. Dit uitkijkpunt ligt boven op de Cerro de la Magdalena, een heuvel vol oude Mozarabische grotwoningen.
In het geografische midden van Andalusië, precies tussen drie provincies (Córdoba, Sevilla en Málaga), ligt Puente Genil. Een plek waar de zon net wat zoeter schijnt en het licht zelf lijkt te schilderen. Dankzij de hogesnelheidstrein en de ligging op een uurtje rijden van de grote Andalusische steden is dit dorp makkelijk bereikbaar. Hier draait alles om gastvrijheid, traditie en een flinke scheut levenslust.

























