Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan... Elk jaar hetzelfde tafereel: de Sint meert aan, kinderen zingen bij de schoorsteen en de pepernoten vliegen in het rond. Maar waarom vertrekt die goedheiligman eigenlijk steeds weer richting Spanje?
IN HET NIEUWS UIT ANDALUSIË VIND JE ALTIJD IETS INTERESSANTS EN SPANNENDS OM TE LEZEN!
Faraján, Málaga: klein dorp met grote verhalen
Faraján, provincie Málaga is er zo eentje: een dorp dat je op de kaart moet zoeken, maar dat vervolgens blijft hangen. Niet vanwege grootse monumenten of toeristische drukte, maar door zijn rust, smaak en historie. Hier proef je het Andalusische binnenland zoals het ooit bedoeld was: puur, eerlijk en tijdloos.
Een dorp met een rijk verleden
De naam Faraján komt uit het Arabisch en betekent iets als ‘aangename plek’—en dat blijkt geen loze belofte. In de tijd van Al-Andalus vestigden zich hier verschillende Berberstammen, die samenleefden met joodse en christelijke minderheden. Ze woonden verspreid over kleine nederzettingen zoals Chucar en Castillejo. Pas na de verovering van Ronda trokken de bewoners zich terug in het huidige Faraján.
In de 16e eeuw raakte het dorp bijna verlaten na de verdrijving van de moriscos. Nieuwe bewoners – christelijke gezinnen – gaven Faraján een tweede leven. In 1814 kreeg het van koning Fernando VII zelfs de eretitel “Zeer nobele en trouwe stad Farajén” voor de loyaliteit tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Bezienswaardigheden zonder wachtrij
Iglesia de la Virgen del Rosario
Het enige echte monument van het dorp, maar daarom niet minder bijzonder. De kerk dateert uit het begin van de 16e eeuw, werd in de 18e eeuw verbouwd en in de jaren 40 volledig herbouwd. Binnen vind je een zestiende-eeuwse kapel met een rijk versierde camarín. De toren van baksteen is opgebouwd in drie lagen, gescheiden door ronde bogen.
Overige plekken die je aandacht verdienen:
-
De resten van oude alquerías zoals Balastar en Majada del Juez
-
De archeologische site bij El Romeral
-
De Cueva de los Almendaraches (voor de avontuurlijke wandelaar)
-
Het voormalige Convento de las Carmelitas
-
De Ermita del Santo Niño
-
De Real Fábrica del Molino
-
De sobere maar charmante Iglesia de San Sebastián
Verwacht hier geen gids in zes talen of souvenirwinkels—en dat is precies de charme.
Eten zoals het hoort
In Faraján draait de keuken niet om show, maar om smaak. Wat op tafel komt, komt uit de streek en is afgestemd op het seizoen. In de lente duiken overal kruidige stoofpotten op met wilde planten zoals tagarninas en hinojo. De rest van het jaar staan er stevige potajes, stoofschotels met kikkererwten en wild, en een indrukwekkend assortiment aan vleeswaren van het varken.
Favorieten van de lokale kaart:
-
Conejo al ajillo: konijn met knoflook, amandelen, brood en een flinke scheut witte wijn.
-
Gazpacho caliente: een warme variant van de bekende koude soep, perfect voor frisse dagen.
-
Gazpacho fresco: klassiek en verfrissend, vooral in de zomer.
-
Migas: gebakken broodkruimels met alles wat het veld te bieden heeft, van meloen tot haring.
Zoetekauwen opgelet:
De lokale zoetigheden zijn een hommage aan het Moorse verleden: gebak van bloem, olijfolie, suiker, kaneel en anijs, vaak met amandelen en walnoten erbij. Geen kunstmatige smaakjes, gewoon eeuwenoude recepten die nog altijd werken.
(c) foto en bron: www.farajan.es
Misschien boeien deze berichten u ook?
Zon, palmbomen en kerstlichtjes: Málaga tijdens de feestdagen is net zo feestelijk als elk sprookjesachtig dorp in het noorden, maar dan met een zacht briesje en een glas vino blanco binnen handbereik. De stad bruist in december. Overal muziek, licht, kerstmarkten en gezelligheid. Hier weet men wat vieren is.
Aan de rand van Sierra Mágina staat de Torre de Cuadros, naast de Ermita de Cuadros. Vier kilometer ten zuiden van Bedmar in de provincie Jaén, langs de rivier, duikt deze middeleeuwse wachttoren op tussen bergen en olijfbomen. Het is een stille getuige van eeuwen strijd, geloof en macht.
