Frigiliana, in de jaren 1990
uitgeroepen tot mooiste Andalusisch witte dorpje, is gelegen ten noorden van
Nerja in de zuidelijke uitlopers van de Sierra de Almijara op ca. 300 meter
boven zeeniveau met een oppervlakte van 39,74 km².
De naam van de stad komt waarschijnlijk van de Romeinse aanwezigheid. Een samentrekking van Frexinius (Romeins personage) en -ana, wat samen stad van/ boerderij van Frexinius zou betekenen. In de 5e eeuw werd het Romeinse fort gedeeltelijk verwoest door de Vandalen en in 711, met de landing van de Berber Tarik in Gibraltar, kwam Frigiliana in Moorse handen. Aan het einde van de 9e eeuw werd het Moorse kasteel gebouwd. 1569 betekende het eind van de Moorse overheersing door de inval van de christelijke troepen. Tenslotte op 24 mei 1640 werd Frigiliana, bij koninklijk besluit van Felipe IV, onafhankelijk van Vélez-Málaga.
Nerja een van de mooiste vakantiebestemmingen aan de Costa del Sol. De stad telt ca. 21.000 inwoners op een oppervlakte van 85km² en 16 km
strand. Watersport en toerisme zijn dan ook de belangrijkste bronnen van
inkomsten.
De primitieve schilderijen, gevonden in 1959 in de bekende grotten van
Nerja, die zich uitstrekken in de bergen tussen Nerja en Granada tonen aan dat
deze kustgemeente een lange geschiedenis heeft. De Romeinen bouwden hier drie nederzettingen waaronder Detunda, waarvan de
overblijfselen nog te zien zijn. In de 8e eeuw werd Nerja
overgenomen door de Arabieren en de Moorse stad stond toen bekend onder de naam
Narixa, wat “overvloedige bron” betekent.
Málaga, hoofdstad van de provincie Málaga is met
een populatie van ca. 571.000 inwoners op Sevilla na de dichtsbevolkte stad van
Andalucië. Het is één van de oudste continu bewoonde steden van de wereld en
bestaat ongeveer 2800 jaar. Málaga werd rond 770 voor Chr. Gesticht door de
Feniciërs als Malaka. Vanaf de 6e eeuw voor Chr. Stond de stad onder de
hegemonie van het oude Carthago waarna het vanaf 218 voor Chr. In het Romeinse
rijk werd ingelijfd. Na de val van het rijk stond het 800 jaar onder
Islamitische heerschappij. In 1487 kreeg de de Kroon van Castillië de macht.
Het historisch centrum is heden ten dagen een “open museum” met een
geschiedenis van bijna 3000 jaar met archeologische overblijfselen en
monumenten uit de Fenicische, Romeinse, Arabische en Christelijke tijdperken.
Antequera, aan de voet van de bergketens El Torcal en Sierra
de la Chimenea, wordt vanwege zijn centrale ligging tussen Málaga, Granada,
Córdoba en Sevilla “el corazón de Andalucía” (het hart van Andalusië) genoemd. Het
ligt op een hoogte van 575 meter boven de zeeniveau en telt ca. 42.000 inwoners op een
oppervlakte van 749,34km².
De hunebedden van Menga, Viera en El Romeral in het
nabijgelegen natuurreservaat El Torcal, beroemd om zijn onstabiele
kalksteenrotsen, staan op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
De stad stond bij de oude Romeinen bekend als Anticaria of
Antiquaria. Tijdens de val van het Romeinse rijk in 410 viel het in handen van
de heidense Siling Vandalen. In 711 begon de Arabische invasie en in 716 werd
Anticaria veroverd. Op 16 september 1410, na een belegering van bijna 4 maanden
capituleerde de stad aan een Castiliaans leger en de moslimbevolking werd gedwongen
te verhuizen naar Archidona en Granada. In de 16e eeuw werd
Antequera, dankszij de vruchtbare gronden door de bevloeiing van de Guadalhorce
de graanschuur van o.a. Málaga. Het werd belangrijke handelsstad op het
kruispunt van Málaga, Granada, Córdoba en Sevilla. In de 18e eeuw
werden er nog tal van kerken, kloosters en paleizen gebouw voor leden van de
aristocratie en rijkere burgers.
Tegenwoordig is Antequera een belangrijk toeristisch en cultureel centrum, dankzij het nabijgelegen Costa del Sol.
Compéta strekt zich uit op de zuidelijke helling van de Sierra de Almijara op een hoogte van 638 meter boven zeeniveau met een ca. 4000 inwoners. De naam is afgeleid van Compita-Orum wat kruispunt betekent. Het was een plek waar de Romeinen festivals en offergaven vierden. In die tijd was het evenzeer een handelsplaats zoals schriftelijke documenten blijkt.
Omzoomd door suikerrietvelden en fruitplantages en met de neus aan zee, wordt Salobreña ook wel eens de parel van de Costa Tropical genoemd. Een ideale plek om te snorkelen of om te genieten van een verblijf aan het strand.
Hoewel het gebied van dit witte dorp al meer dan 6.000 jaar bewoond is, vind je er vooral overblijfselen uit het Romeinse tijdperk. Een opvallende uitzondering vormt het Moorse kasteel dat dateert uit de 10de eeuw.
De 16e-eeuwse Mudejarstijl kerk, Iglesia de Nuestra Señora del Rosario, is gebouwd op de top van een oude moskee.
Ga eens slenteren op de Plaza del Antiguo Mercado. Zoals de naam al doet vermoeden vind je er een 'oude ambachtsmarkt'. Op de Zoco de Artesanos zie je glasblazers, timmerlieden, keramisten of speelgoedmakers aan het werk.
Het Parque de la Fuente, gelegen aan de Avenida del Mediterraneo, staat bekend om zijn plantenpracht, zangvogels en vijvers. In de zomer organiseert men er verschillende culturele tentoonstellingen en tweewekelijkse avondmarkten.
Benieuwd hoe rietsuiker wordt gefabriceerd? Bezoek dan de enige nog actieve rietsuikerfabriek in Europa. De Fábrica de Azúcar, heeft een klein museum met exposities en een maquette van het hele proces van het raffineren van suikerriet. Het ligt net buiten de stad aan Playa de La Caleta.
Motril de meest zuidelijke gemeente van Granada gelegen aan de voet van de Sierra de Lújar. De Belgische koning Boudewijn had hier jarenlang een buitenverblijf. De gemeente domineert de vallei van de rivier Guadalfeo waar naast avocado’s vooral tropisch fruit zoals mango, guave geteeld wordt. Ook is er glastuinteeld van tomaten en komkommers. De oorspong van Motril is niet heel duidelijk. Archeologische gegevens wijzen op aanwezigheid van Feniciërs en later Romeinen. De naam Motril komt dan ook uit het Latijn Murteto (plaats van mirte). Ook de moslims hebben uitgebreid sporen achtergelaten in de stad tot deze in december 1489 veroverd werd door de katholieke vorsten. In 1873 werd Motril uitgeroepen tot onafhankelijk kanton en in diezelfde eeuw verwierf faam door de suikerrietproductie.
Costa Tropical... de naam verklapt wat je er mag verwachten: zon, zee en ongerepte stranden. Op een steenworp van de kustlijn groeit zowat alles wat voor een vakantiegevoel aan tafel zorgt. Exotische fruitsoorten als cherimoya, mango, papaya, kumquat, lychee... Even verderop ruisen de stengels van suikerriet. De geschiedenis leert dat er maar een paar plekken in Europa zijn waar deze grassoort goed gedijt. Motril hoort tot die 'very few'. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ze daar bekend staan om die andere liefkozing voor de smaakpapillen... De 'Ron de Motril'. Maar als de lekkerbekken die we zijn, willen we er liever van proeven dan erover te schrijven. Salud!
Álora, gelegen in het centrum van de provincie Málaga, in heuvelachtig gebied aangeplant met graan, olijfbomen, fruitbomen en steeneik, heeft een oppervlakte van 169,62km² en telt ca. 13.000 inwoners. De geschiedenis van Álora gaat terug tot in de prehistorie in Hoyo del Conde. Op de fundamenten die de Turdetans van Tartessos en de Feniciërs achter lieten zouden de Romeinen later gebruiken voor hun nederzetting Iluro. Het Romeinse fort werd door de Visigoten en vooral de Moren vergroot. Het werd een bolwerk van Umar Ibn Hafsun, de semi-onafhankelijke heer van Bobastro in de tijd van het emiraat Córdoba. In 1484 werd het veroverd door de Christenen, na talrijke pogingen. Álora kende een welvaart in de 16e en 17e eeuw, in de 20e eeuw emigreerde een groot deel van de bevolking naar de rest van Europa en Amerika.
Iznájar, met een oppervlakte van 136,36km² en ca. 4.500 inwoners wordt bekroond door het kasteel van Hisn-Ashar en de parochie van Santiago Apóstol. Het is één van de mooiste dorpjes van Andalusië. Eind 19e eeuw was meer dan tweederde van de bevolking verdeeld over boerderijen, landhuizen en dorpen. Het is gelegen in de regio Subbética Cordobesa, aan de oevers van de rivier Genil en het Iznájar-stuwmeer.
Granada hoofdstad van de gelijknamige provincie ligt op een hoogte van 738 meter boven zeeniveau aan de voet van de Sierra Nevada. Deze universiteitsstad, met ca. 82.000 studenten, heeft 232.462 (in 2019) inwoners en is ingedeeld in buurten die erg van elkaar verschillen in cutuur en religie. Voor de 8e eeuw voor Christus werd de streek bewoond door Iberische volkeren. Het gebied werd later onder meer bewoond door de Feniciërs, Tartessos, Grieken en Carthagers. In 711 veroverden de Moren het gebied op de West-Goten. Inmiddels hadden de Joden al ten noorden van “Iliberris” een dorpje gesticht, genaamd "Gárnata al-yahud" (Granada van de joden). In de 11e eeuw werd het huidige Granade gesticht met de komst van de Berbers (vorst Zawi ibn Ziri). Waarna een periode van vele oorlogen volgde om de macht over Al-Andalus. Na een publicatie van een antisimitisch gedicht in 1066 vond een grote moordpartij plaats op duizende Joden. Met de komst van Almoraviden keerde de rust terug tot dat deze ten val werd gebracht in 1232 en de macht overgenomen werd door Alhamar. Na de val van het Moorse rijk groeide Spanje al gauw uit tot één van de machtigste landen van de wereld.
Granada valt erg in smaak bij de toeristen vanwege zijn monumenten en het nabij gelegen ski-resort in de Sierra Nevada. Het Alhambra, uitgeroepen tot werelderfgoed door UNESCO in 1984 is ongetwijfeld de grootste trekpleister.
Osuna is een stad in de provincie Sevilla op een hoogte van 322 meter op 87,5 km van Sevilla.
De stad is +/- 3000 jaar geleden gesticht door de Turdetans en waar het bekend stond onder de naam Urso. In de Romeinse tijd werd de stad veroverd (44-43 voor Christus) door de Romeinse legers onder aanvoering van Marco Antonio en kreeg het de naam Colonia Genetiva Julia.
Tijdens de Islamitische overheersing kreeg de stad de naam Oxana, die in het jaar 1239 veroverd werd door de Castiliaanse legers van Fernando III van Castilë. In 1264 wordt de stad overgedragen aan de Orde van Calatrava. Vanwege de strategische ligging is de stad een cruciaal punt voor de verdediging met de grens van het Nasrid-koninkrijk Granada. In de 15de eeuw stonden de ridders van Calatrava de stad Osuna af aan Pedro Téllez de Giron.
Osuna kent zijn moment van grootste pracht in het midden van de 16de eeuw met Téllez Giron, IV graaf van Ureña, geboren in Osuna rond 1494. Gedurende zijn 30 jarig bewind creeërde hij in de stad het grootste en meest oogverblindende monumentale complex van de Sevilliaanse Renaissance. Met de bouw van 13 kerken en kloosters, een ziekenhuis, een universiteit, de collegiale kerk en hertogelijk graf, was hij zeer belangrijk voor zijn tijd in de stad.
De oude Cilla del Cabildo van de kathedraal van Sevilla in Osuna, vandaag omgebouwd tot het parochiehuis van de stad, gebouwd in 1773.
Palacio de Miguel Reina Jurado. Antiguo Edificio de Correos
Arco de la Pastora
Gebouwd in 1794, tijdens het bewind van Carlos IV.
Plaza de toros
Die
bekend werd door de veelgeprezen serie Game of Thrones. Belangrijke scène uit het vijfde seizoen werden hier gefilmd.
Casa de los Rosso
Het
huis heeft een fontein in het geometrische midden en twee boven elkaar liggende
galerijen.
Casa de los Torres
Dit
is een uniek huis dat aan de buitenkant zijn langwerpige gevel van twee
verdiepingen hoog laat zien, met op beide verdiepingen gevlogen en hoge
gesloten uitkijkpunten. De gehele gevel is geheel naar beneden uitgevoerd in
het wit, zonder plint, en lijkt bekroond door een eenvoudige dakpanrand met een
lagere goot voor het opvangen van regenwater.
Verdere bezienswaardigheden:
Ronda met een oppervlakte van 397,62 en ca. 35.000 inwoners ligt op een rotsplateau, omgeven door bergketens Sierra de las Nieves, op een hoogte van 723 meter boven zeeniveau. Ronda kent zijn oorsprong in de Romeinse Arunda die zou zijn ontstaan uit bestaande Iberische nederzettingen en gesticht als versterkte post in de tweede Punische oorlog. De Suebi, geleid door Rechila, veroverden Ronda in de 5e eeuw na Christus waarna het heroverd werd door het Oost-Romeinse rijk. Later werd het weer heroverd door de Visgotische koning Leoigild en bleef tot in 713 wanneer het in de handen valt van de Berbers. Na het uiteenvallen van het kalifaat van Cordóba werd het geregeerd door de Berber Banu Ifran waarna het in 1065 veroverd werd door de taifa van Sevilla. In 1485 kwam een einde aan de Islamitische overheersing van Ronda na een verovering door de markies van Cádiz. Er werden nieuwe christelijke wijken bijgebouwd en de meeste bestaande Moorse gebouwen werden verchristelijkt.
In de recentere geschiedenis werd Ronda zwaar getroffen in de Spaanse burgeroorlog die tot ontvolking en emigratie leidde.
Córdoba hoofdstad van de gelijknamige provincie, gelegen op
een hoogte van 100 à 170 meter aan de voet van de Sierra Morena en Guadalquivir
rivier. Het is de derde grootste stad, naar bevolking, van Andalusië na Sevilla
en Málaga en telt ca. 360.000 inwoners op een oppervlakte van 1.254,25km²
waarbij het de grootse is naar oppervlakte.
In het gebied van de Guadaquivir zijn er overblijfselen van
Neanderthalers gevonden, daterend uit ca. 42.000 tot 35.000 voor Christus. Bij
de monding van de rivier ontstonden de eerste nederzettingen in de 8eeeuw voor Christus en later in 206 voor Christus werd het veroverd door de
Romeinen. De Visigoten veroveren aan het eind van de 6e eeuw Córdoba
dat vervolgens verwoest werd door de moslims in 711. Córdoba blijft in
Arabische heerschappij, ondergeschikt aan het kalifaat van Damascus en stond
bekend onder de naam Qurtuba tot dat Ferdinand III van Castilië de stad
belegerde en binnenviel inop 29 juni 1236. De stad werd opgedeeld in 14
colaciones, de moskee in het centrum van de stad wordt een grote katholieke
kathedraal en er komen talloze nieuwe kerken.
Recenter, nl. in 1936 bij de Spaanse burgeroorlog volgt er
een bloedige repressie waarbij in Córdoba 2000 mensen worden geëxecuteerd. Bij
de daarop volgende Franco-onderdrukking worden er naar schatting nog 9579
moorden gepleegd.
Córdoba werd op 17 december 1984 uitgeroepen tot
UNESCO-werelderfgoed.
Jaén hoofdstad van de gelijknamige provincie Andalusië
heefteen oppervlakte van 424,30 km² e ca. 113.000 inwoners. De stad ligt aan de
voet van de Cerro de Santa Catalina langs de rivier Guadalbullón en staat
bekend als wereldhoofdstad van de olijfolie omwille van de grootste productie
in de wereld van het, bij de lokale bevolking genoemde, “vloeibaar goud”.
De overblijfselen van stadsmuren tonen aan dat het gebied
werd bewoont sinds de oudheid en zou teruggaan tot het Chalcolithicum ongeveer
vier millennia geleden.
De stad werd in 207 voor Christus ingenomen door de Romeinen
in het kader van de 2e Punische oorlog. In de 8e eeuw
werd Jaén veroverd door de Arabieren waarna een turbulente tijd van oorlogen en
veroveringen aan kwam. Op 28 februari 1246 werd de stad door Mohammed I van
Granada overgegeven aan Ferdinand III en kwam er een einde aan het Moorse
tijdperk.
Gibraltar is een stukje Brits overzees gebied in Spanje.
Volgens artikel X van het verdrag van Utrecht 1713 heeft de Britse kroon er
eeuwig eigendomsrecht op.
In Gorham’s cave werden er resten van Neanderthalers
gevonden die ongeveer 50.000 jaar geleden in dit gebied woonden. Sinds 950 voor
Christus waren de Feniciers enkele eeuwen aanwezig in Gibraltar. Na de val van
het Romeinse rijk kwam het gebied kortstondig onder controle van de Vandalen
die van hieruit Afrika binnentrokken. Van 414 to 711 na Christus maakte het deel
uit van het Visgotische koninkrijk Hispania. De Berbers veroverden Gibraltar op
hun beurt in 711. In 1462 werd Gibraltar veroverd door Juan Alonso de Guzmán,
1e hertog van Medina Sidonia, uit het emiraat van Granada. Na de verovering van
Hendrik IV van Castilië werd het gebied verkocht aan een groep van 4350
christelijke bekeerlingen van het judaïsme.
Vervolgens, na de Spaanse successieoorlog in 1704 veroverden
een gecombineerd Nederlands-Engelse vloot Gibraltar.
Sevilla, de hoofdstad van de gelijknamige provincie, telt
een 689.000 inwoners op een oppervlakte van 140,8km² en is daarmee de dichtstbevolkte
gemeente van Andalusië. De oude binnenstad is de grootse van Spanje, de zesde
grootste van Europa na Rome, Napels, Venetië, Florence en Genue met 3,9 km².
De Feniciërs en Carthagenen veroverden de stad rond 600 voor
Christus op de Tartessos. De Romeinen noemden het Hispalis of Colonia Julia
Romula Hispalis nadat ze veroverden. In het jaar 426 werd het ingenomen door de
Vandalen totdat het in 712 werd veroverd door de Moren onder leiding van koning
Musa en zijn zoon Abd al-Aziz ibn Mussa. Op dat moment veranderde Sevilla in
één van de belangrijkste steden van de wereld. Vanaf 844 probeerden de
Vikingen, tevergeefs, meerdere malen Sevilla te veroveren. Tot de bewoners van
Sevilla behoorde ook de Joodse gemeenschap die er al aanwezig was sinds de
Romeinse overheersing. In 1391 sloeg het noodlot toe en nagenoeg de hele Joodse
bevolking werd het slachtoffer van een pogrom. De overgebleven Joden werden door
de Inquisitie in 1492 gedwongen zich tot het Christendo te bekeren. In 1810
werd Sevilla bezet door de Fransen onder leiding van Jozef Bonapatre, broer van
Napoleon.
Jerez de la Frontera, of gewoon Jerez, in de provincie Cádiz is met een bevolking van ca. 213.000 inwoners de 5e stad in Andalusiê. Er zijn sporen van mensen uit het Neolithicum gevonden in het gebied. Later werd Jerez een Romeinse stad onder de naam Asta Regia. Na de van van het West-Romeinse rijk heersten de Vandalen en de Visigoten totdat het gebied in 711 veroverd werd door de Arabieren. In de 11e eeuw werd het een onafhankelijk taifa en werd in 1053 bij Sevilla gevoegd. De christelijke troepen onder leiding van Álvaro Pérez de Castro, heer van het huis van Castro en kleinzoon van Alfonso VII, koning van Castilië en León vielen in 1231 Jerez binnen. De ontdekking van Amerika en de verovering van Granada in 1492 maakten van Jerez een van de welvarenste steden in Andalusië.
Cádiz hoofdstad van de gelijknamige provincie is één van de oudste
continu bewoonde steden van Europa met ca. 116.000 inwoners in 2019. Het
schiereiland, een smal stuk land omringd door de zee is in de meeste opzichten
een typisch Andalusische stad met schitterende vergezichten en goed bewaarde
historische monumenten.
Cádiz gesticht door de Feniciërs uit Tyrus in 1104 voor
Christus onder de naam van Gadir of Agadir. In de 7e eeuw voor
Christus vestigden ze er een haven vanwaar expedities rond Spanje, Frankrijk en
Afrika vertrokken. De Romeinen wierven het in 209 voor Christus in het Romeinse
rijk in waarna het door de Visigoten verwoest werd. In 711 werd het weer een
grote uitvoerhaven onder de Moren en heette het Qādis. De Moren werden in 1262
door Alphonso X van Castilië waarna Cádiz in vervaal geraakte. In 1493 kende Cádiz
de grootste bloei na de ontdekking van Amerika door Christoffel Columbus die voor
een tweede keer vanuit de havens van Cádiz vertrok op ontdekkingstocht. In 1808
vielen de Franse troepen onder leiding van Napoleon Spanje binnen maar Cádiz
verzette zich hevig maar kon de belegering weerstaan. In de Spaanse
burgeroorlog viel het wel snel in handen van de Nationalistische factie van
Franco.
Spaanse Culturele steden in Andalusië, pittoreske witte bergdorpjes en bezienswaardigheden
Alcaucín , Almodóvar del Río, Álora, Cádiz, Comares, Compéta, Córdoba, Frigiliana, Gibraltar, Granada, Iznájar, Jaén, Jerez de la Frontera, La Viñuela, Los Romanes, Motril, Nerja, Periana, Ronda, Sevilla, Vélez-Málaga
Alhambra Granada, Axarquia, Caminito del Rey, Castillo de la Calahorra, Costa del Sol, Fuente De Los 100 Caños, La Maroma, Museo Automovilístico Málaga, Museo Picasso Málaga, Oasys Mini Hollywood, Real Alcázar de Sevilla
Urbanización
Pueblo Ana Maria fase 2, 40,
29713 Viñuela, Málaga, Spanje
GPS: 36.8687951058, -4.18167829339