In de regio tussen Córdoba, Ecija en Sevilla floreerde de grootste verzameling aardewerkateliers uit de Romeinse tijd. Deze ateliers waren onvermoeibaar in het produceren van amforen, voornamelijk voor wijn en olie. De aankomst van wagens, beladen met olie of wijn, was een gebruikelijk gezicht op de oevers van de Guadalquivir.
























