Menu
Inschrijven Nieuwsbrief
Spanje VIVAndalusiakerst

Spanje VIVAndalusia

Een woordje Spaans

Handige zinnen en uitdrukkingen op vakantie in Spanje

een woordje spaans

Het hebben van basisvaardigheden in het Spaans kan erg handig zijn tijdens een vakantie in Andalusië, vooral als je buiten de toeristische gebieden gaat. Hoewel veel mensen in de toeristische industrie en in steden zoals Malaga en Marbella Engels spreken, kan het in kleinere dorpen en steden soms lastig zijn om je verstaanbaar te maken als je geen Spaans spreekt. 

Door enkele basisvaardigheden in het Spaans te hebben, zoals begroetingen, bedanken en simpele vragen stellen, kun je veel gemakkelijker communiceren met de lokale bevolking en jezelf beter redden in verschillende situaties. Bovendien wordt het enorm gewaardeerd als je de moeite doet om de taal te spreken en het kan leiden tot meer positieve interacties met de lokale bevolking.

Daarnaast kan het spreken van Spaans ook handig zijn bij het bestellen van eten en drinken, bij het vinden van de weg en bij het onderhandelen over prijzen. Het kan ook helpen bij het begrijpen van lokale gebruiken en cultuur, waardoor je je meer op je gemak voelt en beter kunt genieten van de ervaringen tijdens je vakantie in Andalusië.

Kortom, het hebben van basisvaardigheden in het Spaans kan je vakantie-ervaring in Andalusië verrijken en het gemakkelijker maken om te communiceren met de lokale bevolking.

Cijfers en tellen

0
1
2
3
4
5
6
7
8
9

cero
uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve

10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

diez
once
doce
trece
catorce
quince
dieciséis
diecisiete
dieciocho
diecinueve

20
30
40
50
60
70
80
90
100
110

veinte
treinta
cuarenta
cincuenta
sesenta
setenta
ochenta
noventa
ciento
ciento diez

Klok lezen

1 uur 5 minuten
half 2
kwart na 3
kwart voor 4
5 uur
6 uur
7 uur
8 uur
9 uur
10 uur
11 uur
12 uur

una hora cinco minutos
una y media
tres y cuarto
cuatro menos cuarto
cinco en punto
seis en punto
siete de la mañana/ tarde
ocho de la mañana/ tarde
nueve de la mañana/ tarde
diez de la mañana/ noche
deonce de la mañana/ noche
media dia/ media noche

Weekdagen

día

lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo

semana
fin de semana

dag

maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag

week
weekend

Maanden

maand

januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december

mes

Enero
Febrero
Marzo
Abril
Mayo
Junio
Julio
Agosto
Septiembre
Octubre
Noviembre
Diciembre

Seizoenen

winter
lente
zomer
herfst

invierno
primavera
verano
otoño

Feestdagen

nieuwjaar
3 koningen
valentijn
pasen
kerstmis
moederdag
vaderdag

Año Nuevo
Los Reyes Magos
(San) Valentine
Pascua
Navidad
día de la madre
día del padre

Onderweg

 

Is dit de weg naar...?

¿Es ésta la carretera de ...?

Is het ver weg?

¿Es lejos?

Hoe ver is het naar...?

¿Cuánto se tarde a llegar a ....?

Hoe kom ik op de snelweg naar ....?

¿Cómo se va al autopista de ...?

Wat is de beste manier om daar te komen?

¿Cuál es la mejor manera para ir allá?

Kunt u mij vertellen hoe ik in .... kom?

¿Podría decirme cómo se v

Hoe kan ik daar komen?

¿Cómo puedo ir allá?

Kunt u het op de kaart aanwijzen?

¿Podría señalarlo en el mapa?

Dat is niet ver

No está lejos

Waar is het dichtstbijzijnde bezinestation?

¿Dónde está la estación de servicio más cercana?

Ik ben de weg kwijt

Me he perdido

Ga recht door

Todo seguido

Links af

A la izquierda

Rechts af

A la derecha

Hoe lang duurt de reis?

¿Cuánto dura el viaje?

Is er een trein/bus/bootverbinding naar...?

¿Hay una tren, bus, conexión de barco a...?

Ik/Wij willen onze vlucht bevestigen

Quiero / Queremos confirmar el vuelo

Hoe lang doet de bus erover om daar te komen?

¿Cuánto tarda el bus en llegar?

Mag ik uw instapkaart?

¿Me permite su tarjeta de embarque?

Mag ik dit meenemen als handbagage?

¿Puedo llevar esto como equipaje de mano?

Ik wil graag een kaartje voor ...

¿Quisiera un billete para ....?

Een retour

Una ida y vuelta

Moeten we overstappen?

¿Tenemos que hacer transbordo?

Hoe laat vertrekt de trein naar ....?

¿A qué hora sale el tren a ...?

Moeten we overstappen?

¿Tenemos que hacer transbordo?

Restaurantbezoek

 

Graag een tafel voor 2, alsjeblieft

Una mesa para dos/tres, por favor

Ik wil graag een tafel reserveren voor vier personen

¿Puede reservarnos para una mesa para cuatro personas?

Kunnen we buiten eten?

¿Podemos comer afuera?

De kaart alstublieft

La carta por favor

Wat voor tapas heeft u?

¿Qué tiene de tapas?

Wat is een typisch gerecht uit deze regio?

¿Cuál es el plato típico de la región?

Heeft u een menu in het Engels?

¿Tienen menú en inglés?

We nemen het dagmenu

Vamos a tomar el menú del día

Wat wilt u drinken?

¿Qué desea usted beber?

Voor ons een biertje alstublieft

Para nosotros una cerveza por favor

Een glas wijn alstublieft

Un vaso de vino, por favor

Rode of witte wijn?

¿Vino tinto o blanco?

 

Brengt u ons alstublieft een fles mineraalwater

Tráiganos una botella de agua mineral, por favor

Wat wilt u als voorgerecht?

¿De primero qué les sirvo?

En als hoofdgerecht?

¿Y de segundo?

Nog wat brood alstublieft

Más pan, por favor

Wilt u een toetje of koffie?

¿Quieres un postre o un café?

Wat is het menu van de dag?

¿Cuál es el menú del día?

De rekening graag

La cuenta, por favor

Heeft het gesmaakt?

¿Les ha gustado la comida?

Het eten was heel lekker

La comida estaba muy bueno

In de winkel

 

Wat mag het zijn, mevrouw/mijnheer?

¿qué desea, señora/ señor?

Hoeveel kost het?

¿cuánto cuesta?, ¿cuánto vale?

Wat is de prijs?

¿cuál es el precio?

Hoeveel kost een kilo?

¿a cuánto está un kilo?

Hoeveel kost een halve kilo?

¿a cuánto cuesta medio kilo?

Hoeveel kost een kilo garnalen?

¿a cuánto está un kilo de gambas

Hoeveel kosten de druiven?

¿cuánto cuestan las uvas?

De tomaten kosten 1 euro per halve kilo.

Las tomates están a un euro el medio kilo

De garnalen kosten 25 euro per kilo.

Las gambas están a 25 euros el kilo?

Ik had graag zo een brood gehad.

Me hubiera gustado una barra de pan así

250 gram gehakt alstublieft.

Un cuarto de kilo de carne picada, por pavor

Ik wil graag 2 kilo aardappelen en een kilo kersen.

Quisiera dos kilos de patatas y un kilo de cerezas.

Anders nog iets?

¿desea alguna cosa más?

Ik betaal contant

Voy a pagar en efectivo

Accepteert u creditcards?

¿aceptan tarjetas pin?

Bij de dokter

 

Ik ben ziek

(Yo) estoy enfermo

Ik heb koorts

Tengo fiebre

Ik ben misselijk

Me dan náuseas

Ik heb hoofdpijn

Tengo dolor de cabeza

Ik ben duizelig

Tengo mareos

Ik ben verkouden

Me he resfriado

Ik moet overgeven

Tengo ganas de vomitar

Het is niets ernstigs

No es nada grave

Ik voel me slecht

Me encuentro mal

Ik voel me goed. Dank je                                    

Me encuentro bien. Gracias

Wat zijn uw klachten?

¿Qué molestias siente?

Hoe voel je je?

¿Como te encuentras?

Heb je veel pijn?

¿Tienes mucho dolor?

Waar heb je pijn?

¿Qué te duele?

Spaanse uitdrukkingen

 

Op een haar na

Por un pelo

Het restaurant is erg gezellig

El restaurante es muy acogedor

Dat is een geluk bij een ongeluk

No hay mal que por bien no venga

Het water staat me tot aan de lippen

Estoy con el agua al cuello

Wie niet waagt die niet wint

El que no se arriesga no cruza el río

We zijn er bijna

Estamos llegando

Na regen komt zonneschijn

Después de la tempestad viene la calma

Geen twijfel mogelijk

Sin ninguna duda

Je staat er met je neus bovenop

Está en tus mismas barbas

Op het het laatste nippertje

En el último momento

Ik voel me thuis

Estoy en mi ambiente

Met het verkeerde been uit bed stappen            

Levantarse con el pie izquierdo

Wat gaat jou dat aan?

¿A tí qué te importa?

Waar bemoeit u zich mee

¿En qué se mete usted?

Dat geeft niets

No importa

Nood breekt wet

La necesidad carece de ley

Hij is de deur niet uit geweest

No se ha movido de casa

Hij/zij is dol op reizen

Le encanta viajar

Een goed begin is het halve werk

Una obra bien empezada está ya a medio hacer

Ergens geen flauw benul van hebben

No tener la menor noción de algo

Hij komt bij mij langs

(El) pasa por mi casa

Ik moet er nog een nachtje over slapen        

Tengo que consultar con la almohada

Ik zou niet graag in zijn schoenen staan

No me gustería nada estar en su pellejo

Gedane zaken nemen geen keer

Agua pasada no mueve molinos

Zich suf piekeren

Romper se la cabeza

Straat arm zijn

Estar más pobre que las ratas

Aan de praat

 

Hoe gaat het met u?

¿Qué tal?

Hoe is het?, Hoe gaat het met je?

¿Cómo estás?

Alles goed?

¿Todo bien?

Goed en met u?

Bien, gracias, ¿y usted?

Hallo

Hola

Goedendag

Buenos días

Goedemorgen

Buenos días

Goedenavond

Buenas noches

Mag ik je/u even voorstellen? Dit is .....

Te/Le presento ....

Hoe heet je?

¿Cómo te llamas?

Hoe heet u?

¿Cómo se llama?

Ik heet ...

Me llamo ...

Hallo, leuk u te ontmoeten

Hola, Mucho gusto

Aangenaam

Mucho gusto

Tot ziens en goede reis

Adiós y buen viaje

Tot ziens

Adiós

Tot de volgende keer

Hasta la próxima, nos vemos

Tot morgen

Hasta mañana

Veel plezier!

¡Qué lo pase bien!, ¡Pasalo bien!

Dat is heel aardig (van u)

Es muy amable (de su parte)

Heel erg bedankt

Muchísimas gracias

Graag gedaan

De nada

Dat waardeer ik zeer

Se lo agradezco mucho

Hartelijk dank

Muchas gracias

Ik versta het Spaans niet zo goed

No entiendo muy bien el Español

Ik spreek een beetje Spaans

Hablo sólo un poco de Español

Kunt u, alstublieft, iets langzamer praten?

Por favor, hable un poco más despacio

Kunt u/je dat nog eens langzaam herhalen?                     

¿Podriá(s) repertirlo despacio?

Ik begrijp het niet

(yo) no le/la/te entiendo

Ik weet het niet

(yo) no sé

Sorry, dat was niet met opzet

Discúlpeme, no quise hacerlo. Perdón, ha sido sin querer

Dat geeft niet

No importa

Kunt u mij misschien helpen?

¿Puede usted ayudarme, por favor?

Het weer

El tiempo

Het is mooi weer

Hace buen tiempo

Het is warm

Hace calor

Het is heel warm

Hace mucho calor

Het is een zonnige dag

El día está soleado

Het is dertig graden

Hace treinta grados

Ik heb het koud/warm

Tengo frío/calor

Het is slecht weer

Hace mal tiempo

Het is erg koud

Hace mucho frío

Het gaat regenen

Va a llover

Het is bewolkt

Está nublado

Het is onbewolkt

El día está claro

Het klaart op

Se está despejando, está clareando

Het blijft mooi weer

Seguirá el buen tiempo

Het weer wordt beter

El tiempo está mejorando

Het waait

Hace viento

Wat voor weer wordt het vandaag?

¿Qué tiempo tendremos hoy?

Gaat het vandaag regenen?

¿Va a llover hoy?

Hoe was je dag vandaag?

¿Como te fue hoy dia?

Waar komt u vandaan?

¿De dónde es usted?

Ik kom uit Nederland/ België

OSoy de Holanda/ Bélgica

Bent u Spaans?

¿Es usted español?

Ik ben Belg, en jij?

Soy belga, ¿y tú?

Kunt u mij vertellen hoe laat het is?

¿Me puede decir la hora?

Ik nodig je uit om bij ons te komen eten

Te invito a comer con nosotros

logo casa
Winter Tips Sierra Nevada
Powered by GetYourGuide
Onze Tips
CheckYeni
  • ANWB
  • Vueling
  • Transavia
  • Tui
  • parkos
Vind je deze site leuk?
Inschrijven Nieuwsbrief
Info Casa VIVAndalusia
Vragen of Tips
Hier adverteren

VIVA ANDALUSIA - VAKANTIE ONDER DE SPAANSE ZON IN HET BESTE KLIMAAT VAN EUROPA

Spanje VIVAndalusia
Copyright © 2024 logiKa
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram